Een kwaliteitsboom is het resultaat van jarenlange zorg. Het lossen en planten zijn de laatste, maar meest kritieke stappen in dit proces. Een fout in deze fase kan de investering en de gezondheid van de boom tenietdoen. Een professionele aanpak is daarom geen luxe, maar een noodzaak. Deze handleiding biedt de vakkennis voor een succesvolle start van de boom op zijn nieuwe standplaats.

De juiste timing: werk met de seizoenen

De conditie van de boom bepaalt het succes. Planten van bomen met draadkluit (en dus ook lossen) moet gebeuren tijdens de winterrust. Deze periode loopt grofweg van november (na de bladval) tot eind maart (voor het uitlopen van de knoppen). Waarom is timing zo bepalend? Zodra een boom in het voorjaar actief wordt, zwelt het cambium (de groeilaag onder de bast) op door de op gang komende sapstroom. Dit maakt het weefsel zo kwetsbaar. Druk van een hijsband kan dan leiden tot onherstelbare schade aan de boom, met alle gevolgen van dien.

De voorbereiding: het halve werk

Een goede voorbereiding voorkomt problemen op locatie.

Zorg voor een loskraan op locatie:
Onze vrachtwagens voor het transport van grote bomen zijn doorgaans niet uitgerust met een eigen loskraan. U bent als klant zelf verantwoordelijk voor het regelen van een geschikte kraan voor zowel het lossen als het verder verplaatsen van de boom op de werf. Stem de benodigde capaciteit af op het gewicht van de boom.

Controleer de locatie:
Is de losplaats goed bereikbaar voor de vrachtwagen en de geregelde kraan? Is er genoeg ruimte om veilig te manoeuvreren?

Maak het plantgat vooraf, maar time het correct:
Hoe minder vaak een boom wordt opgepakt, hoe beter. Zorg daarom dat het plantgat al gegraven is, zodat de boom in één beweging van de wagen naar zijn definitieve plek kan. Stem het moment van graven echter goed af op het weer en de grondsoort. Maak in een natte periode het gat zo kort mogelijk voor de levering om te voorkomen dat het volloopt met water. Dit minimaliseert problemen op de locatie. Een kleine vervorming van de kluit door het hijsen is overigens normaal en heeft geen grote gevolgen voor de hergroei.

Controleer het hijsmaterieel:
Zorg voor gecertificeerd en juist gedimensioneerd hijsmaterieel. Gebruik brede, platte hijsbanden om de druk op de stam en kluit te verdelen en schade te voorkomen.

De losmethodes: techniek en veiligheid

Veiligheid staat voorop. Werk volgens een duidelijk plan, houd omstanders op afstand en loop nooit onder een hangende last. Het gewicht van een kluit wordt snel onderschat; de hefboomwerking vereist vakkennis.

Lossen met een strop 

Deze methode is bedoeld voor bomen tot een stamomvang van 45-50 cm. 

Plaats een brede hijsband, voorzien van een beschermlaag (jute, rubber), laag om de stam. Bevestig een ketting om de kluit. Til de boom gecontroleerd op en hanteer een maximale hijshoek van 60 graden om de druk op de stam te beperken. Controleer altijd vooraf of het hijsmateriaal gekeurd en geschikt is.

 
 
Lossen met een hijsband onder de kluit 

Dit is de professionele standaard voor alle grotere en kwetsbare bomen. Het volledige gewicht wordt gedragen door de kluit, waardoor de stam en het cambium volledig worden ontzien.

Plaats een brede hijsband centraal onder de kluit, zodat deze in balans hangt. Een tweede, losse strop om de stam dient enkel voor het sturen en stabiliseren van de boom, niet om te tillen. Til de boom rustig op, breng hem horizontaal naar het plantgat en laat hem gecontroleerd zakken. Deze methode beschermt de boom optimaal.

 

 

Van lossen naar succesvolle aanplant

Na het lossen begint het echte werk: de boom een goede start geven.

  • Inspecteer de boom: Controleer de boom direct na het lossen op eventuele transportschade.
  • Positioneer correct: Plaats de boom in het plantgat. De bovenkant van de kluit moet gelijk zijn met, of net iets boven, het maaiveld. Plant een boom nooit te diep.
  • Draadkorf en jute: Laat de jute en de (verteerbare) draadkorf om de kluit zitten. Deze bieden steun en verteren vanzelf. Knip enkel de bovenste ring van de korf en de spandraden los zodra de boom op zijn plek staat om ingroeien te voorkomen.
  • Verankeren: Plaats direct na het planten 2 of 3 boompalen. Verbind ze met boomband in een 8-vormige lus, zodat de stam niet kan schuren. De verankering voorkomt beweging van de kluit, zodat de fijne haarwortels zich ongestoord kunnen ontwikkelen.
  • Nazorg is cruciaal: Geef direct na het planten ruim water. Een boom met een grote kluit heeft veel water nodig om aan te slaan. Blijf de watervoorziening het eerste groeiseizoen nauwlettend monitoren.

Let op: Zoals vermeld bent u als klant te allen tijde zelf verantwoordelijk voor een veilige losprocedure, een geschikte kraan en gecertificeerd hijsmaterieel.